Geiten zijn kleine tot middelgrote, herkauwende hoefdieren die in kuddes leven. Ze zijn slim en beweeglijk en al lange tijd worden ze door de mens als vee gehouden. Geiten kunnen goed in kuddes bij huis worden gehouden en ze leverden de mensen voedzaam vlees en melk. De vacht werd vroeger gebruikt voor kleding, de hoorns en hoeven voor gebruiksvoorwerpen. Geiten kunnen ongeveer twaalf jaar oud worden.
Geiten hebben een stevig lichaam en dunne poten met hoeven, ook wel klauwtjes genoemd. Deze groeien het snelst van alle hoefdieren en moeten daarom een paar keer per jaar worden geknipt (bekappen). De vacht heeft geen vetlaagje en is daarom niet waterdicht. Vroeger werd de vacht gebruikt voor kleding maar nu wordt alleen de vacht van de Angorageit (mohair) nog graag gebruikt. Geiten zijn herkauwers en hebben sterke tanden. Ze hebben geen boventanden, maar alleen ondertanden waarmee ze gras eten. Achterin hebben ze scherpe kiezen om te herkauwen en takken door te bijten. De ogen van een geit heeft pupillen die er uitzien als horizontale streepjes, waardoor de geit een breed gezichtsveld heeft. De meeste geiten hebben hoorns. Deze gebruiken ze om de onderlinge rangorde te bepalen, om zich te verdedigen, maar ook om zich te krabben. Geiten zijn erg speels en nieuwsgierig dus kijk goed uit voor die hoorns!
Geiten stammen af van wilde berggeiten die leefden in Afrika, Iran en Turkije. Bijvoorbeeld in Mesopotamië (nu Irak) werd de Bezoargeit rond 10 duizend jaar geleden door de mens als een van de eerste dieren gevangen en gedomesticeerd. Het zijn kuddedieren die zich erg ongelukkig voelen zonder gezelschap van soortgenoten. Ook met andere landbouwhuisdieren kunnen ze een warme vriendschapsband opbouwen.
Globaal worden ze verdeeld in dwerggeiten en grotere rassen en we onderscheiden vleesrassen, melkgeiten, dieren die voor hun vacht gehouden worden en hobbydieren. Het meest bekende en gebruikte vleesras is de Boergeit en de bekendste melkgeit is de witte Zwitserse Saanengeit. Een bekende wol leverancier is de Angorageit. De Nederlandse landgeit, een oudhollands ras, is nog steeds zó bijzonder dat het door hobbyfokkers in stand wordt gehouden, gesteund door een belangenvereniging. Ook de dwerggeit wordt heel veel gehouden als hobbygeit.
Geiten hebben veel ruimte nodig. Een droge, tochtvrije stal waar ze in de winter warm kunnen liggen en in de zomer kunnen schuilen tegen felle zon en regen zijn onontbeerlijk. Een dier dat oorspronkelijk uit warme gebieden komt houdt niet van kou en bij langdurige regen weten ze niet hoe snel ze naar binnen moeten komen. Grenzend aan de stal hebben ze een ruim weiland of uitloop nodig met een omheining van gaas met niet al te grote mazen waar ze met een poot of met de hoorns in kunnen blijven hangen. Het moet degelijk en hoog genoeg zijn omdat geiten ware meesters zijn in het uitbreken en overal op en overheen klauteren.
Geiten zijn over het algemeen vriendelijke dieren die gemakkelijk te hanteren zijn. Ze zijn speels en kunnen goed gewend worden aan menselijk gezelschap, maar blijf wel opletten dat geiten met hoorns het soms niet kunnen nalaten om ze (speels) ook te gebruiken. Met fokken van deze laatste heb je meer kans op een kwee (genetisch vrouwelijk maar onvruchtbaar). De hoefjes (ook wel klauwtjes genoemd) groeien op een zachte ondergrond vaak te ver door dus deze moeten regelmatig bekapt worden. Verder is ontwormen nodig, zo’n 2 tot 4 keer per jaar afhankelijk van leeftijd, gewicht en middel dat gebruikt wordt. Regelmatig omweiden is ook een goede methode om wormbesmetting te voorkomen.
Geiten zijn herkauwers en hebben 4 magen. De pens, netmaag en boekmaag zijn de zogenaamde voormagen en de lebmaag is de ‘echte’ maag. Geiten eten graag al lopend en pikken hier en daar hapjes gras, wat twijgjes, bladeren, takken of houtschors mee. Ze knabbelen liever dan dat ze echt eten en dan vooral graag grof vezelig ruwvoer, zoals gras dat even heeft kunnen doorgroeien en hooi. Let wel op dat er geen Jacobskruiskruid in het hooi zit want dat is giftig. Naast de basis van hooi en gras eten ze een kleine hoeveelheid geitenbrok voor de nodige mineralen en sporenelementen. Geef wel brokjes die speciaal geschikt zijn voor geiten, dus met koper. Als extraatjes mogen geiten af en toe een klein worteltje of wat ongekookte groenterestjes. Brood kan pensverzuring veroorzaken en een disbalans tussen fosfor en calcium en dit kan weer leiden tot blaasstenen. Geef dus liever geen brood en zorg ervoor dat de dieren niet te dik worden; dat is eigenlijk nog ongezonder dan te mager. Geiten moeten ook altijd vers drinkwater tot hun beschikking hebben.
Geiten van grote rassen zijn geslachtsrijp als ze ongeveer een jaar oud zijn. Dwerggeiten zijn soms al geslachtsrijp als ze een half jaar zijn. De eicellen zijn dan rijp en de geit zal paringsbereid zijn. Dit noem je rits, bronstig, bokkig of speuls. Van september tot maart duurt de cyclus en in deze tijd wordt de geit elke drie weken rits. Dit proces duurt 2 dagen en is te herkennen aan het veelvuldig mekkeren en kwispelen. Als ze gedekt is worden de lammeren ongeveer na vijf maanden geboren. Een paar weken na hun geboorte gaan de lammeren al ruwvoer en brokken eten en ze zijn gespeend (drinken geen melk meer) na 2 of 3 maanden. Geitenlammeren wisselen ook tanden. De leeftijd is af te lezen aan het gebit.
Een gezonde geit is levenslustig en kijkt helder uit de ogen. Ze heeft altijd zin in wat lekkers en haar vacht glanst. De lichaamstemperatuur moet 38 à 39 graden Celsius zijn. Kwijlen of constant herkauwen kan een symptoom zijn van spijsverteringsproblemen. De ontlasting moet mooi stevig zijn. Diarree en een vervuild achterlijf zijn reden tot zorg, evenals zonder aanwijsbare oorzaak mager worden.
Bij geiten zijn twee specifieke infectieziekten bekend:
“Wist je dat...” Als een geit sloom of apathisch is, zich afzondert of verstoten wordt van de groep, het ziek kan zijn? Soms houden ze de kop laag en trekt het lichaam krom.
Een geit kun je kopen bij een geitenfokker, boerderij of bij een dierenopvang. De geiten moeten geïdentificeerd en geregistreerd zijn en voorzien zijn van twee oormerken met een registratienummer. Ook moet er een UBN (Uniek BedrijfsNummer) aangevraagd worden en gegevens bijgehouden worden over de dieren. Bij transport is een vervoersdocument verplicht.
De kosten voor een geit variëren van een paar tientjes voor een dwerggeitbokje tot tentoonstellingsgeiten van enkele honderden euro’s. De kosten voor ruwvoer en stalstrooisel bedragen enkele tientallen euro’s per maand. Onderhoud van stal en geitenweiland is de grootste kostenpost. En dierenartskosten als een geit onverhoopt ziek wordt.
Op bijna alle parken in Zwolle vind je geiten (uitgezonderd Park Eekhout en Dierenweide Wolleweide). Er zijn verschillende soorten zoals dwerggeiten, Saanengeiten, Nubische geiten, angorageiten en boergeiten.
Bronvermelding: www.licg.nl (Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren) www.levendehave.nl